Door dierenarts Marly van Kessel
Puppy-entingen
Vaccinatie op 6, 9 en 12 weken
De meeste pups krijgen hun eerste vaccinatie wanneer ze 6 weken oud zijn. Deze vaccinatie beschermt tegen ziekte die door het parvo- en hondenziektevirus wordt veroorzaakt. Jonge pups zijn namelijk heel gevoelig voor deze virussen en infectie verloopt op deze leeftijd in veel gevallen fataal. Na deze eerste prik worden pups nog twee maal ingeënt, namelijk op de leeftijd van 9 en 12 weken.
Na de laatste vaccinatie is de pup volledig en langdurig tegen alle virale ziektes beschermd, wat uiteraard prettig is aangezien de pup met andere honden moet leren omgaan en de omgeving ontdekt.
Waarom drie entingen?
Het herhalen van de vaccinatie heeft een aantal redenen. Ten eerste is het immuunsysteem op jonge leeftijd nog niet volledig ontwikkeld, kan de bescherming die de pups via de melk van hun moeder gekregen hebben de vaccinatie hinderen en geven sommige vaccins na een enkele vaccinatie onvoldoende immuniteit. De eerste vaccinaties zorgen dus wel voor bescherming, maar geven nog geen volledige of langdurige immuniteit.
De basisinenting voor pups is uiteindelijk afgerond wanneer de vaccinatie op 12 maanden leeftijd is gegeven. Vanaf die leeftijd wordt er alternerend gevaccineerd met kleine en grote cocktails volgens het schema voor volwassen honden.
Vaccinatie tegen kennelhoest
De vaccinatie tegen kennelhoest hebben wij niet in het algemeen vaccinatieschema voor honden opgenomen. Dit om de reden dat er geen inenting bestaat die tegen alle bacteriën en virussen die kennelhoest kunnen veroorzaken beschermt. Er zijn alleen inentingen tegen het Canine para-influenza type-2 virus (= CPiV) en de Bordetella bacterie, terwijl de lijst van mogelijke kennelhoestverwekkers veel langer is. Zo kunnen ook reovirussen en mycoplasmen kennelhoest bij honden veroorzaken. De inenting tegen kennelhoest zorgt er bovendien alleen voor dat een hond minder ziekteverschijnselen vertoont en minder van het virus uitscheidt.
Dit is de reden dat wij de waarde van de huidige kennelhoest inenting dubieus vinden. Bovendien raden wij aan om pups niet standaard tegen kennelhoest in te enten, want hun lichaam moet al hard werken om voldoende afweerstoffen aan te maken tegen de inenting met Hondenziekte, Parvo, Ziekte van Weil en Besmettelijke leverziekte. Het vaccin tegen kennelhoest is bovendien niet goedkoop. En wanneer een vaccin niet nodig is, geven wij deze gewoon liever niet.
Wanneer wel vaccineren tegen kennelhoest?
Honden die een verhoogd risico op kennelhoest hebben vaccineren wij natuurlijk wel tegen kennelhoest. Intensief contact met vreemde honden vormt namelijk een hogere kans op het krijgen van kennelhoest, bijvoorbeeld in het geval dat uw hond naar het pension gaat of uw puppy op puppycursus zit. In deze gevallen kan de vaccinatie tegen kennelhoest door het pension of de hondenschool ook verplicht zijn gesteld.
Hoe wordt tegen kennelhoest gevaccineerd?
Tegen kennelhoest wordt met een aparte neusdruppelvaccin gevaccineerd. Deze inenting bevat naast parainfluenza ook bordetella en wekt naast een algemene immuniteit tevens een plaatselijke immuniteit in de neusslijmvliezen op: de intredepoort van kennelhoestverwekkers. Zo worden deze kennelhoestverwekkers dankzij een neusdruppelvaccinatie direct bij de intredepoort tegengehouden.
Vaccinatie tegen hondsdolheid
Deze vaccinatie is verplicht wanneer u met uw hond naar het buitenland gaat. Voor de meeste landen geldt dat de vaccinatie minimaal 21 dagen voor vertrek toegediend dient te zijn. Pups kunnen vanaf de leeftijd van 12 weken tegen rabiës gevaccineerd worden, waarna nog 21 dagen gewacht moet worden voordat de pup daadwerkelijk de grens mag oversteken. Dit is belangrijk bij de aan- en/of verkoop van pups over de grens want het betekent dat u als koper de pup pas vanaf de leeftijd van 15 weken uit het buitenland op mag halen of naar de nieuwe eigenaar mag. Afhankelijk van het land van bestemming kunnen ook nog aanvullende regels van toepassing zijn. Meer informatie hierover vindt u bij ‘Regels rondom het reizen naar het buitenland’.
Entingen volwassen hond
De herhalingsvaccinaties
De herhalingsvaccinatie vindt jaarlijks plaats omdat de huidige vaccins tegen kennelhoest en weil niet langer dan 12 maanden bescherming bieden. Tegen de overige virussen wordt gezien dat de antistoffen langer aanwezig blijven, wel tot 3 jaar lang. Dit is dan ook de reden waarom honden één keer in de drie jaar een grote cocktail (alle virussen) en twee keer in de drie jaar een kleine cocktail (kennelhoest en weil) krijgen.
Vaccinatie tegen kennelhoest
De vaccinatie tegen kennelhoest hebben wij niet in het algemeen vaccinatieschema voor honden opgenomen. Dit om de reden dat er geen inenting bestaat die tegen alle bacteriën en virussen die kennelhoest kunnen veroorzaken beschermt. Er zijn alleen inentingen tegen het Canine para-influenza type-2 virus (= CPiV) en de Bordetella bacterie, terwijl de lijst van mogelijke kennelhoestverwekkers veel langer is. Zo kunnen ook reovirussen en mycoplasmen kennelhoest bij honden veroorzaken. De inenting tegen kennelhoest zorgt er bovendien alleen voor dat een hond minder ziekteverschijnselen vertoont en minder van het virus uitscheidt. Dit is de reden dat wij de waarde van de huidige kennelhoest inenting dubieus vinden. Het vaccin tegen kennelhoest is bovendien niet goedkoop. En wanneer een vaccin niet nodig is, geven wij deze gewoon liever niet.
Wanneer vaccineren wij wel tegen kennelhoest?
Honden die een verhoogd risico op kennelhoest hebben vaccineren wij natuurlijk wel tegen kennelhoest. Intensief contact met vreemde honden vormt namelijk een hogere kans op het krijgen van kennelhoest, bijvoorbeeld in het geval dat uw hond naar het pension gaat of uw puppy op puppycursus zit. In deze gevallen kan de vaccinatie tegen kennelhoest door het pension of de hondenschool ook verplicht zijn gesteld.
Vaccinatie tegen hondsdolheid
Deze vaccinatie is verplicht wanneer u met uw hond naar het buitenland gaat. Voor de meeste landen geldt dat de vaccinatie minimaal 21 dagen voor vertrek toegediend hoort te zijn. Afhankelijk van het land van bestemming kunnen ook nog aanvullende regels van toepassing te zijn. Meer informatie hierover vindt u bij ‘Naar het buitenland’.
Ontwormen vóór de vaccinatie
Naast het feit dat een goede ontworming sowieso wordt aanbevolen is het ook goed om te weten dat ontworming twee weken voor de vaccinatie een betere immuniteitsopbouw na vaccinatie geeft. Gebleken is namelijk dat worminfecties een remmende invloed op het immuunstelsel hebben, waardoor de immuniteitsopbouw na vaccinatie dus wat wordt geremd. Om de maximale immuniteitsopbouw na vaccinatie te kunnen krijgen wordt dus aanbevolen om twee weken voor de vaccinatie de hond te ontwormen.
Waarom moet de inenting jaarlijks worden herhaald?
Een vraag die wij geregeld horen en tegenkomen is waarom de vaccinatie jaarlijks herhaald moet worden? Deze vraag ontstaat meestal wanneer de vaccinatie voor mensen en huisdieren met elkaar wordt vergeleken, want mensen worden na hun kinderentingen immers niet jaarlijks gevaccineerd, terwijl dierenartsen adviseren de vaccinatie bij katten en honden jaarlijks te herhalen.
Vaccin biedt maar 12 maanden bescherming
Een eerste reden is het vaccin. Vaccins met lepto, kennelhoest en niesziekte garanderen maar 1 jaar bescherming.
Na elke vaccinatie zal na verloop van tijd de opgebouwde immuniteit verminderen. Bij het ene dier duurt dat wat langer dan bij het andere dier, maar gemiddeld zal dat voor de componenten die in de kleine cocktail opgenomen zijn 12 maanden bedragen en voor de overige componenten in de grote cocktail 36 maanden zijn. Om het antistofgehalte tegen lepto, kennelhoest en niesziekte op peil te houden is het dus nodig om de vaccinatie elk jaar te herhalen. Dit wordt ook wel ‘boosteren’ genoemd.
Dieren leven onder andere hygiënische omstandigheden dan mensen
Bovendien zijn de hygiënische omstandigheden waaronder mensen leven anders dan die waaronder dieren leven. Honden komen bijvoorbeeld veelvuldig in contact met uitwerpselen van andere honden. Voor honden en katten is dus door hun levenswijze de kans op infectie met virussen over het algemeen groter dan bij de mens.
Ook bij mensen worden vaccinaties herhaald
Voorbeelden hiervan zijn de tetanusprik die om de 10 tot 15 jaar herhaald moet worden en de griepprik die bij mensen met een zwakker immuunsysteem jaarlijks herhaald wordt.
Tot welke leeftijd vaccineren?
Levenslang. De reden is eigenlijk hierboven al uitgelegd. Met vaccinatie is het namelijk niet mogelijk een levenslange immuniteit te veroorzaken. Na verloop van tijd neemt de bescherming af en wordt het dier weer gevoelig. Ook voor oude dieren is een vaccinatie overigens nuttig, aangezien deze dieren niet zelden een verminderde weerstand tegen ziekten hebben. Daardoor blijft een vaccinatie dus ook op latere leeftijd belangrijk. Om die reden krijgen oudere mensen immers ook jaarlijks een griepprik.